Ik voel dat ik dit wil en ik weet ook dat ik het aan kan. Ik voel me blij en ontspannen. Als ik me al gespannen voel is dat enthousiasme. Ik voel dan ook dat ik even moet bewegen, het liefst maak ik dan een vreugde sprongetje of gil ik even heel hard. Ik knijp even in mijn arm lijk de controle even kwijt te zijn. Op zo’n moment ben ik ook wel heel blij. Als het moet kan ik me wel inhouden en dan zakt het gevoel ook wel weer weg. Het duurt dan wel iets langer dan als ik me gewoon laat gaan. Ik weet wel dat dat niet overal kan. Als ik in de klas zit bijvoorbeeld, dan denk ik aan dat we vanmiddag vanuit school gelijk naar de tent gaan op de camping. De juf hoor ik eigenlijk al lang niet meer, maar ik kan mijn reactie op mijn eigen gedachten wel inhouden. Gelukkig maar.
‘Laat me raden, Bob zeker weer!’
Vorig jaar wist ik niet wat ik allemaal voelde en had ik mijn enthousiasme niet kunnen inhouden. Dan stoorde ik de klas en eigenlijk ook wel een beetje mezelf. Het concentreren op mijn werk lukte dan ook niet meer. Als ik iets stom vond liet ik me ook gaan. Het leek dan wel alsof iemand anders mij bestuurde, alsof mijn gedrag werd overgenomen. Ik wilde niemand pijn doen en achteraf had ik ook heel erg spijt. Het gaf me een heel onzeker gevoel, want ik wist nooit wanneer ik weer boos zou worden en de controle zou verliezen. Ik kon gewoon niet meer vertrouwen op mezelf. Mijn omgeving reageerde dan ook niet meer lief op mij. Andere kinderen bleven letterlijk meer uit mijn buurt en ik hoorde vaak mijn naam als er iets was gebeurd. Of ik had het gedaan, of ik was er bij betrokken, of ik was er niet bij geweest, maar dan dacht iedereen alsnog dat ik het had gedaan. ‘Laat me raden, Bob zeker weer!’
Maar nu is alles anders.
Ik weet nu hoe ik er voor kan zorgen dat mijn gevoelens mijn gedrag niet overnemen. Ik gebruik soms bijvoorbeeld een stoplicht. Als ik net met een opdracht begin dan voel ik me goed en gemotiveerd, ik zeg dan dat mijn stoplicht op ‘groen’ staat. Klaar om te starten. Maar als ik een doel in mijn hoofd heb wat ik wil behalen en het lukt niet dan voel ik dat ik steeds meer begin te balen. Mijn stoplicht gaat dan op oranje. Ik heb geleerd dat oranje helemaal niet erg is. Het geeft je soms ook het gevoel dat je iets kunt halen als je goed je best doet en het kan je dan ook net even wat extra motiveren. Ik kan nu oranje zelfs al opdelen in licht en donker oranje. Als het donkerder wordt moet ik oppassen, want als mijn stoplicht op rood gaat kan ik minder goed keuzes maken in hoe ik me gedraag. Ik voel me dan heel slecht. In oranje kan ik bijvoorbeeld even stoppen en iets anders gaan doen. Of ik let heel even op mijn ademhaling zodat ik weer rustig wordt. Soms maak ik ook de keuze om de opdracht iets makkelijker te maken. Nu ik dit kan gaat mijn stoplicht bijna nooit meer op rood. Ik heb het gevoel weer dat ik controle heb over wat ik doe. Het geeft me zelfvertrouwen, een weerbaar gevoel, een reĆ«el zelfbeeld en nog belangrijker, ik speel weer vaak samen zonder dat het ruzie wordt.
Emotieregulatietraining in Assen en Zuidlaren door te bewegen en te spelen. Individuele sessies waarbij je weer controle krijgt over je bewegen en je gedrag. Individuele aandacht, plezier, humor, maar ook serieus oefenen en leuke gesprekjes tussendoor. Bij FrankBeweegt kunnen kinderen tussen 4 en 12 jaar oud terecht om hun gevoelens en emoties onder controle te krijgen.