Leiden en volgen

Leiden en volgen

Een jongen uit groep 6 komt bij mij omdat hij moeite heeft met hulp vragen in de klas. Gaandeweg het traject krijg ik steeds een beter beeld van wie hij is en wat hij doet. Dit komt namelijk niet altijd overeen met elkaar. 

Het is 11 uur en ik haal hem op uit de klas. Hij kijkt enthousiast als hij mij in de deuropening ziet staan en staat gelijk op. We lopen samen naar het speellokaal. De gang door, de trap af, nog een gang door. Dan stop ik even en ik word me ineens bewust van het feit dat hij steeds schuin achter mij loopt. Heel dichtbij. Als ik iets tegen hem zeg kijkt hij omhoog en legt zijn hoofd in zijn nek. Zijn houding komt echt onderdanig over. Hij zegt ook niets als we stil blijven staan. Hij wacht af en vraagt zich niet hardop af waarom we stil staan. Ik maak er een spel van en doe een stap naar voren. Hij volgt dan ook met 1 stap. Dan weer naar achter en dan weer naar voren. Hij moet lachen. We raken in gesprek over zijn houding en zijn gedrag. Hij geeft aan dat hij volgt want ‘jij bent toch mijn meester?’ Ja dat klopt, maar jij bent net zo goed een persoon als dat ik dat ben en het is niet verboden om voor mij te lopen. Ook mag je je wel hardop afvragen waarom we ineens stoppen.

In de zaal gaat het gesprek verder en mag hij tegenover mij staan, wel op een afstand van zo’n 3 meter. Ik corrigeer ook zijn houding als hij weer zijn hoofd in zijn nek legt. Ik vraag hem of hij eerst wil volgen of eerst wil leiden. Zoals ik had verwacht kiest hij eerst voor volgen. Ik maak bewegingen en verander steeds mijn houding en hij doet mij na. Dit is vaak heel grappig. Je gaat toch uitproberen of de ander je echt in alles gaat volgen. Daarna mag hij leiden en dat doet hij eigenlijk heel goed. Hij pakt de ruimte en het moment om uit te proberen. Alleen blijft hij maar doorgaan en vraag ik hem wie nu mag bepalen wanneer hij moet stoppen. Hij wijst naar mij, maar ik wijs weer naar hem. Dan zegt hij ineens ‘STOP’ en we stoppen.

Hij geeft aan dat hij zowel het volgen als het leiden leuk vond. Hij heeft ervaren dat leiden ook fijn is en dat hij hierbij ook ruimte geeft aan zijn eigen gevoel. Hij stemt niet alleen af met zijn omgeving, maar nu ook met zichzelf en dat is nou net waar meer balans in mag komen. Deze jongen is ontzettend goed in aanvoelen van de ander en zich als een kameleon aanpassen aan de situatie. En wat de reden hier ook van is dat hij dit zo goed kan, hij heeft hierdoor te weinig momenten waarin hij zijn eigen identiteit kan ontdekken en ontplooien. Het maakt hem onzeker. Hij wil graag niemand teleurstellen en het goed doen.

We doen nog een paar leiden/volgen spellen. Ook 1 met een stok die we tussen ons in klemmen met 1 hand en waarbij hij weer eerst mijn bewegingen wil volgen. Tot hij ineens niet meer volgt en dan hard in de lach schiet. Hij durft te experimenteren met NIET volgen, wat in zijn geval een goede ontwikkeling is.

Omdat de ontwikkeling van een kind ook valt of staat met zijn/haar omgeving stem ik vaak af met ouders en leerkracht. Zo krijgen zij ook meer inzicht in welk gedrag van hun helpend is in zijn ontwikkeling of juist niet. Als voorbeeld: In de klas is vaak onrust, de juf moet heel duidelijk zijn in het stellen van kaders om rust te creëren en te behouden. Soms verheft ze haar stem wat zorgt voor spanning bij hem. De boosheid van de juf lijkt dwars door hem heen te gaan en hij neemt het vaak persoonlijk op waardoor hij geen vragen meer durft te stellen. Het is dan ook fantastisch dat de juf het gesprek met hem is aangegaan en hierdoor de verbinding tussen hem en haar is toegenomen. Alleen als kinderen zich veilig voelen bij jou durven ze ook dingen te vragen. 

Deze jongen krijgt langzaamaan weer controle over zichzelf en daar voelt hij zich goed bij, maar hij blijft wel nog gevoelig. Daar moet zowel zijn omgeving als hijzelf rekening mee blijven houden. Leiden en volgen, het één gaat niet zonder het ander. Dat is continu afstemmen.

Comments are closed.